Buiten spelen is zoals aangegeven erg belangrijk. Hieronder allemaal tips voor alle leeftijden.
· Maak allemaal foto’s van items die in de buitenruimte zijn. Doe je dit voor de BSO, maak er dan echte close-ups van. Ieder groepje of ieder kind krijgt de foto’s en vertellen jou waar het is. Klopt het dan krijgen ze een stukje foto, Als ze alles gevonden hebben, kunnen ze met de stukjes foto een geheel maken en daar ligt de schat.
· Luisterbingo. Verstop je met het personeel in de buitenruimte of laat de BSO kinderen zich verstoppen. Allemaal kiezen ze een dier waarvan ze het geluid goed na kunnen doen. De kinderen krijgen een bingokaart en lopen rond en zoeken naar de geluiden. Elk geluid dat ze ontdekken, strepen ze door. Wie heeft ze als eerste gevonden? Voor de BSO kun je telefoons of speakertjes verstoppen en een geluid maken, als ze in de buurt zijn. Kan ook leuke schrikreacties geven.
· Voorwerpenmand gebruiken. Oh jee, de mand is helemaal leeg en we moeten alles weer opzoeken. Samen loop je een leuke route en bij elk gevonden voorwerp hoort een liedje die je samen gaat zingen of er hoort een leuke activiteit bij.
· Organiseer een Oud Hollandse spelletjesmiddag met zaklopen, bliklopen, blikgooien, skilopen, was ophangen etc.
· Ga sporen zoeken in het bos of in het park. Van welk dier zou het zijn?
· Ontwerp een kabouterpad. Onderweg doe je allemaal kabouterspelletjes of je hebt allemaal kleine stillevens neergezet. Bijvoorbeeld een klein waslijntje met minikleding. Waar zou zijn huisje zijn?
· Geef de kinderen een foto van een ruimte of plek in de tuin. In deze ruimte ligt de aanwijzing naar de volgende ruimte. Hoe snel vind je het eindpunt?
· Laat de kinderen een parcours maken van buitenmateriaal. Wie durft het parcours alleen te lopen? Wie durft het met de ogen dicht met aanwijzingen (van jou)?
· Laat de kinderen een blote voeten pad bedenken met allemaal verschillende ondergronden.
· Doe (overloop)spelletjes als “Schipper mag ik overvaren?” “Vies of lekker” “De vloer is lava”
· Draai een touw rond over de grond en de kinderen springen er over heen of ze proberen er op te springen.
· Slootje springen door 2 kleden te gebruiken. Hoe groot kan de sloot zijn?
· Krant lopen. Hou een stuk krant voor je buik en ren naar de overkant. Je mag de krant niet vasthouden.
· Span een lijn net boven hoofdhoogte en hang er een kleed overheen. Je maakt 2 teams. Gooi de bal naar de overkant en wie lukt het om hem te vangen?
· Span een lijn en hang hier kranten overheen. Wie kan door te mikken met pittenzakken de kranten van de lijn afkrijgen?
· Ballenregen. Leg in het midden een bak met allemaal ballen van verschillende grootte. Gooi de ballen weg en de kinderen moeten ze terugbrengen. Dit kun je uitbreiden door iemand bij de mand te zetten, die ze weer het veld ingooit.
· Spring op een kleur. Ik roep een kleur en binnen 5 tellen moet je ergens opstaan met die kleur.
· Geef ieder kind 3 bierviltjes en laat het naar de overkant gaan, zonder er compleet naast te staan. Voor de BSO gebruik je pannenonderzetters.
· Trek een grote volwassen trui scheef over je hoofd, zodat je door de mouw kunt kijken. Kun je zo over een koord lopen of een parcours lopen?
· Kleefmat. Leg overal matjes of schijven neer en vertel dat er hele sterke lijm op zit. Laat de kinderen rondlopen en roep vervolgens een lichaamsdeel. De kinderen lopen vlug naar een matje en laten dat lichaamsdeel vastzetten. De rest van je lichaam mag het matje niet aanraken. Zo leren ze allerlei lichaamsdelen.